De landhervorming in de Provincie Saksen in 1945

Na beëindiging van de Tweede Wereldoorlog op 8 mei 1945 namen de vier belangrijkste overwinnaars op 5 juni 1945 de regeringsmacht over. Duitsland werd in vier zones verdeeld. Nadat de Amerikaanse en Britse bezetters op 9 juni 1945 grote delen van Duitsland aan de Russische legers hadden overgedragen, werd het Oostelijke deel van Duitsland onder Sovjetbestuur geplaatst en de Sovjet Militaire Administratie in Duitsland, de SMAD, opgericht.

 

 

Het bestuur van de Sovjet Militaire Administratie zetelde in Berlijn-Karlshorst. Op 11 juni 1945 waren politieke partijen, onder toezicht van de SMAD, weer toegestaan, waaronder de Communistische Partij Duitsland, de KPD. Op 9 juli 1945 werden door de Sovjets vijf deelstaten opgericht. Het waren Mecklenburg-Vorpommern, Brandenburg, Thüringen, Sachsen-Anhalt en Provinz Sachsen. Regeringen in de deelstaten werden gevormd volgens het Sovjetmodel en plannen ontwikkeld om verregaande veranderingen door te voeren. Daartoe werden essentiële ondernemingen die eerst in eigendom waren van nazi kopstukken omgevormd tot staatsbedrijf maar tevens werd op aandringen van de Russen een landhervorming doorgevoerd.

Uitgestrekte landerijen en bosgebieden waren in bezit van nazi leiders en aanhangers van het nazi regiem. In een publicatie werd door de regering van de deelstaat Saksen verklaard dat ‘onteigening van de volledige activa van de nazi bonzen en oorlogsmisdadigers van het Derde Rijk’ ging plaatsvinden. Men herkende daarin de oproep van Stalin die hij had gedaan tijdens een bijeenkomst van de KPD in Moskou begin juni 1945.

Het wetsontwerp werd tijdens de Conferentie van Potsdam opgesteld onder auspiciën van het Sovjet-Volkscommissariaat voor Buitenlandse Zaken en werd goedgekeurd door Stalin. De landerijen moesten worden opgesplitst in eenheden van minimaal vijf en maximaal acht hectaren akker per nieuw te bouwen boerenbedrijf, afhankelijk van de kwaliteit en gesteldheid van de bodem.

Problemen ontstonden hoe de toewijzing van de percelen moest geschieden, omdat zich vele landarbeiders, kleine boeren, vluchtelingen en ontheemden zich hadden aangemeld voor het verkrijgen van een stuk landbouwgrond. Bestaande kleine boeren en landarbeiders kregen vanaf 20 augustus 1945 als eersten de gelegenheid om stukken landbouwgrond in eigendom te verkrijgen.

Om de landhervorming breed onder de aandacht van de Saksische bevolking te brengen werd besloten twee postzegels uit te geven. Deze twee postzegels, een van 6 Pfennig, het tarief voor een briefkaart, en een van 12 Pfennig, het tarief voor een brief tot 20 gram, werden ontworpen door Oberpostrat Dipl.-Ing. Gotthard Eduard Ernst Gebauer van de directie van het Postdistrict Halle. De postzegels werden in boekdruk vervaardigd in vellen van 50 stuks op diverse papiersoorten. Drukkerij was ‘Buchdrückerei Ewald Ebelt’ in Halle. De postzegels werden uitgegeven op 17 december 1945 en bleven ongetand, omdat de drukkerij niet beschikte over een perforeermachine.

De postkantoren te Lutherstadt Wittenberg en Schlieben lieten een aantal ongetande vellen door een particulier bedrijf van een tanding voorzien. Naast de verschillende papiersoorten zijn verschillen in drukkleuren te vinden. Van donker blauwgroen, blauwgroen tot geelgroen bij de 6 Pfennig en karmijnrood tot rozerood voor de 12 Pfennig.

Begin 1946 werd besloten om de twee postzegels opnieuw uit te geven. Daartoe werden de drukplaten opnieuw vervaardigd. Dit is duidelijk te zien aan de zonnestralen die lang niet zo opvallend zijn als bij de eerste druk. Ook de zon zelf en de wolken zijn duidelijker weergegeven. Maar het meest opvallende is dat de drukkerij, Giesecke & Devrient in Leipzig, geen gewoon postzegelpapier gebruikte maar zeer dun, glasachtig, doorschijnend papier, een soort calqueerpapier.

Als men de postzegels op de beeldzijde op een stuk wit papier legt is de doorzicht bijzonder goed waarneembaar. Zoals hierboven is afgebeeld. Overigens was het papier dat door de drukkerij werd gebruikt bestemd voor Griekse belastingzegels. Waarom dit papier niet voor dat doel in Griekenland is gebruikt, is mij niet bekend.

Het papier heeft een watermerk bestaande uit Griekse letters ‘phi’ Φ en ‘san’ Ϻ. Dit watermerk kan in vier verschillende standen in het papier voorkomen. De tekening van het watermerk, hier afgebeeld zoals deze is te zien op een liggende zegel, is afkomstig uit de ‘Michel Deutschland-Spezial 1988’ catalogus. In een aantal postzegelcatalogi, ook in de Michel, wordt de papiersoort als ‘sigarettenpapier’ aangeduid. Wie dat heeft verzonnen is mij onbekend maar ik kan me niet voorstellen dat met dit papier ooit sigaretten of vloeipapier voor het rollen van een sigaret zijn gemaakt. Ik zou het liever ‘pergamijn papier’ willen noemen, maar daar zal ook wel commentaar op komen. Wat ook niet duidelijk is, waarom dit papier is gebruikt. Had de drukkerij, Giesecke & Devrient in Leipzig, geen postzegelpapier meer en is dit via Russische ‘relaties’ geleverd? Was het papier dat wellicht door de Griekse regering in 1944 of 1945 in Rusland was besteld maar nog niet geleverd, na de oorlog door de Sovjets in beslag genomen? Wie weet het antwoord? En waar staan de watermerkletters ‘phi’ Φ en ‘san’ Ϻ voor? De oplage van de postzegels bedroeg 6.050.000 series ofwel 121.000 vellen pergamijn papier. De uitgiftedatum werd gesteld op 21 februari 1946. De zegels waren geldig voor de frankering tot en met 31 oktober 1946.