EERSTE DAG ENVELOPPEN OF FIRST DAY COVERS
Sinds 1950 geeft de N.V.P.H. in samenwerking met de P.T.T. (en later TPG-Post, TNT-Post en nu PostNL) de zogeheten Eerste Dag enveloppe uit. Sindsdien verschijnt voor elke postzegel(serie) zo’n enveloppe. Aanvankelijk waren de enveloppen ongenummerd. Rond 1958 verschenen er nummers op de enveloppen die corresponderen met de nummers in de N.V.P.H. catalogus. De zegels op zo’n Eerste Dag enveloppe worden “vernietigd” (ongeldig gemaakt) met het officiële Eerste dag stempel, dat uitsluitend mag worden gebruikt in combinatie met de N.V.P.H. enveloppe

In de postzegelhandel waren vroeger de enveloppen zonder zegels los te koop. Verzamelaars konden deze frankeren en op de dag van afstempeling opsturen (in een omslag) naar PTT in Groningen of op het postkantoor in Den Haag af laten stempelen. Al spoedig bood de handel ook kant-en-klare enveloppen aan, die veelal niet waren voorzien van adres. Na 1960 gingen steeds meer verzamelaars de enveloppen “onbeschreven” (zonder adres) verzamelen, en in de tachtiger jaren waren vrijwel alle enveloppen ‘blanco’ ofwel zonder adres. Oudere eerste dag- enveloppen zonder adres zijn schaars tot zeer schaars en dergelijke enveloppen worden in de catalogus ook afzonderlijk gewaardeerd. Vanaf 1961 is de standaard kwaliteit ‘onbeschreven’.

Sinds 1997 zijn er geen onbeplakte enveloppen meer te koop, het produkt wordt door PostNL compleet van postzegels en afstempeling voorzien aangeleverd.

In principe is op een Eerste Dag enveloppe, ook wel aangeduidt als FDC, de afkorting van het Engelse “First day Cover” altijd een complete emissie terug te vinden. Bij de oudere enveloppen werden ook wel eens losse zegels uit series geplakt. Deze enveloppen hebben niet de waarde van gewone FDC’s. Hetzelfde kan gezegd worden van enveloppen die een gewoon datumstempel hebben. Vroeger werden FDC’s vaak aangetekend verzonden- zo’n aantekenstrookje en vaak ook nog aantekeningen van de besteller vinden sommige verzamelaars minder mooi, terwijl andere verzamelaars het juist waarderen als bewijs dat de enveloppe echte gelopen is.

Er zijn verder veel variaties geplakt. Zo komen er FDC’s voor met paren en blokken van vier, met combinaties uit kinderblokken, met velletjes van 10 enz.

De FDC’s kunnen gezien worden als een filatelistisch produkt. Oudere enveloppen werden nog wel eens gebruikt om post te verzenden en werden dan door de verzamelaar open gesneden. Dergelijke enveloppen hebben een beduidend lagere waarde.

De huidige Eerste dag enveloppen zijn allen gelijk en strak beplakt. Dat was vooral in de beginjaren nog wel anders. Soms werd een onlogische volgorde van de zegels gebruikt of werden de zegels schots en scheeft op de enveloppe geplakt. Ook komen mooi beschreven en getypte enveloppen voor maar ook enveloppen die met enorme hanepoten beschreven zijn. Al deze zaken zijn natuurlijk van invloed op de prijs van de enveloppe.

Kinderblokken

Aanvankelijk was het niet toegestaan kinderblokken op Eerste dag- enveloppen te plakken. Deze waren ook te groot. Sinds 1973 verschenen er kleinere kinderblokken en was het wel toegestaan deze te plakken, sinds 1975 stond deze variant ook vermeldt op het raambiljet van de N.V.P.H. en kregen deze enveloppen een a-nummer. De enveloppen uit 1973 en 1974 zijn achteraf ook in de catalogus terecht gekomen. Van de oudere enveloppen bestaan ook NVPH covers, maar deze zijn schaars. Wel vaak ziet men deze blokken op (grote) enveloppen van particuliere uitgevers, met gewoon dagtekenstempel of gelegenheidsstempel.

Valse Eerste- Dag enveloppen

Van de oudere enveloppen komen valse exemplaren voor, zowel met als zonder adres, deels ook geplakt op de originele enveloppen en vals gestempeld. Daarom wordt aangeraden deze enveloppen alleen te kopen met een N.V.P.H. certificaat.