Internationale Verzamelbeurs 2024 Houten

24e Muntmanifestatie gecombineerd met een grote Postzegel & Briefkaartenbeurs

Zaterdag 21 september 2024 in de Expo Houten (Utrecht)


OPEN
09.30 tot 16 uur


ENTREE
Online kaartverkoop op https://ticketfestival.nl/wbevenementen

Overige kaarten aan de zaal verkrijgbaar. Tot 12 jaar gratis toegang. Er is GEEN geldautomaat in de Expo Houten aanwezig.

Veni, vidi, vici – Nederlandse vennen onoverwonnen

Koraaljuffer en waterpostelein vergezellen ijsvogel en zwarte specht
Nederland telt meer dan 1200 vennen. Vanwege het bijzondere leefmilieu zijn vennen essentieel voor de biodiversiteit; het zijn belangrijke ecosystemen. Voor het zesde jaar op rij brengen PostNL en Natuurmonumenten een serie postzegels uit ter ere van de Nederlandse natuur. Met de postzegels wordt aandacht gevraagd voor bijzondere natuurgebieden in Nederland. De vierde serie van tien postzegels uit 2023 biedt een kijkje in wat er leeft bij en in Nederlandse vennen. Speciaal voor deze serie ontwierp de Nederlandse Vereniging van Postzegelhandelaren (NVPH) een eerstedagenvelop. De postzegels en de eerstedagenvelop zijn vanaf 14 augustus verkrijgbaar.

Vennen
Een ven is een klein, meestal ondiep, water. Een ven kan ontstaan op een plaats waar water op een ondoordringbare laag stuit. Vennen zijn belangrijke ecosystemen vanwege hun unieke eigenschappen en de ecologische waarde die ze te bieden hebben. Ze kennen een zeer karakteristieke leefgemeenschap daar waar het de vegetatie, fauna en wieren betreft. De afbeeldingen op de tien postzegels laten close-ups van de koningsvaren, waterpostelein en wilde gagel zien. Qua fauna zien we de staartmees, kuifeend, zwarte specht, staartmees en ijsvogel van dichtbij. Portretjes van de kleine salamander en de koraaljuffer completeren de serie.

Martijn Bulterman, voorzitter van de NVPH “Bij elke tien postzegels in deze serie, waarin het verhaal van een natuurgebied of water wordt verteld aan de hand van foto’s, word ik me bewust van de onvoorstelbare variatie van de Nederlandse natuur. De meeste vogels, insecten en planten zien we nooit of zelden, maar ze vormen allemaal een schakeltje in een belangrijk ecosysteem. Het beangstigende is dat je ze ook niet mist als ze er niet meer zijn. Dat een postzegel je zo’n verhaal kan vertellen en inzicht geeft, blijft mij fascineren. Altijd weer. Deze serie is voor mij daarom extra waardevol.”

Bedreigd
Ondanks hun ecologische waarde worden veel vennen bedreigd door menselijke activiteiten. Door ontginning voor turf, drainage voor landbouw, algemene voedselverrijking, ontwatering, verontreiniging en verandering in landschapsgebruik worden veel vennen bedreigd. Van de oorspronkelijke – in Drenthe – 3000 vennen, resteren er nog slechts 800. Omdat vennen een waardevol ecosysteem zijn, is het behoud en de bescherming van vennen van groot belang.

Natuur in Nederland
Een gezamenlijke inzet is nodig om de schoonheid van de natuur in Nederland in stand te houden. Deze 4e uitgifte van 2023 besteedt in tien postzegels aandacht aan de natuur in en rond de vennen. De serie ‘Beleef de Natuur’ is een samenwerking tussen Natuurmonumenten en PostNL. Na de eerste serie over de Markerwadden in januari, Skrok en Skrins in februari, De Wieden in juni is de serie Vennen de laatste serie dit jaar, van tien postzegels waarin de flora en fauna van een natuurgebied wordt geportretteerd aan de hand van foto’s van amateurfotografen.

Recordopbrengst Nederlandse postzegel!

Bij Van Dieten Postzegelveilingen in Roermond is donderdagmiddag 6 oktober 2022 kavel 379, een zogeheten keerdrukpaar van 5 cent rood, Koningin Wilhelmina met bontkraag, verkocht voor het duizelingwekkende bedrag van 530.000 euro (toeslagprijs inclusief opgeld). Het is veruit de hoogste prijs die een Nederlandse postzegel ooit op een veiling heeft opgebracht.

Dit keerdrukpaar, dat dateert uit 1924, is een van de twee exemplaren in particuliere handen. Het paar bevond zich in de nalatenschap van een bekende verzamelaar. Een aantal bevlogen, kapitaalkrachtige verzamelaars hebben op dit kavel geboden. Het paar blijft in Nederlandse handen. De koper is zeer gelukkig dit uitzonderlijke paar aan zijn verzameling te kunnen toevoegen.

Deze recordopbrengst is een bevestiging dat het postzegel verzamelen nog altijd springlevend is, en dat voor bijzondere stukken flinke opbrengsten worden gerealiseerd.

Gouden eeuw krijgt eigen erelijst van 96 cent

Mauritshuis viert 200-jarig jubileum. Gouden eeuw herleeft op cm2

De verjaardag van het Mauritshuis wordt luister bijgezet met een speciale postzegel die op 7 februari uitkomt. Sinds 1822 is het Mauritshuis een museum met voornamelijk schilderijen uit de Gouden Eeuw. De huidige expositie ‘In Volle Bloei’ toont onder meer vrouwen in de bloemstillevenkunst. Ook de Nederlandse Vereniging van Postzegelhandelaren bleef niet achter en ontwierp een speciale eerstedagenvelop voor deze bijzondere postzegel. De postzegel en de eerstedagenvelop komen uit op 7 februari 2022.

Martijn Bulterman, voorzitter van de NVPH: “Via postzegels leer je een land kennen. Veel landen brengen postzegels uit van belangrijke en/of historische gebouwen, van typische lokale flora en fauna en belangrijke personen voor het land. Ook deze postzegel vertelt veel over onze eigen geschiedenis. Op een vierkante centimeter wordt een hele kroniek gedeeld. Nog zo’n reden om postzegels te verzamelen.”

Stadspaleis

Het Mauritshuis werd in 1644 opgeleverd als stadspaleis, de naam heeft het stadspaleis te danken aan de bouwer Johan Maurits, prins van Nassau-Siegen. In 1822 werd het Mauritshuis een museum en behoort het tot de Top 100 van de Rijksdienst van Monumentenzorg. Het gebouw aan de Hofvijver is eigendom van de Nederlandse Staat.

In de bloemen gezet

De 200e verjaardag viert het Mauritshuis geheel in stijl met een tentoonstelling ‘In Volle Bloei’. De expositie laat bloemstillevens zien, geschilderd door mannen en vrouwen, in de periode van 1600 tot en met 1725. Dit waren de hoogtijdagen van het genre van bloemstillevens. De expositie heeft drie speerpunten: het belang van de unieke verzameling bloemstillevens uit het Mauritshuis, de context van kunst en botanie, en vrouwen in de bloemstillevenkunst. In de expositie wordt speciale aandacht besteed aan vrouwelijke kunstenaars die belangrijk zijn geweest in het bloemengenre en in de botanie.

image

Sarcastische handgebaren figureren op postzegel

American Slang maakt furore op zes zegels en de eerstedagenvelop

Het nieuwste postzegelvel van PostNL ‘Praat met de hand’ laat zes getekende handgebaren zien. De handgebaren zijn een afgeleide van de uitdrukking talk to the hand – ‘cause the face ain’t listening. Een typerend handgebaar omarmd door en gecultiveerd in de straattaal en queer cultuur. PostNL heeft zes postzegels laten ontwerpen door grafisch ontwerper Bart de Baets, winnaar van de Dutch Design Award for Communication in 2020. Speciaal voor deze serie handgebaren ontwierp de Nederlandse Vereniging van Postzegelhandelaren (NVPH) een eerstedagenvelop. De postzegels en de eerstedagenvelop zijn vanaf 13 september 2021 verkrijgbaar.

De uitgifte ‘Praat met de hand’ past in een serie waarvoor PostNL winnaars van prestigieuze ontwerpwedstrijden een vrije opdracht geeft om postzegels te ontwerpen. Ze mogen zich hierbij laten leiden door hun eigen interesses, door wat hen fascineert en raakt. De 1e uitgifte in deze serie was ‘Gewoontjes’ (19 augustus 2019), ontworpen door Michiel Schuurman, de 2e uitgifte bestond uit caleidoscopische figuren van Hansje van Halem (14 september 2020).

Praat met de hand

De uitdrukking ‘talk to the hand’ dateert uit de jaren 90 van de 20e eeuw en komt uit de Amerikaanse tv-serie Martin. Degene die de uitdrukking gebruikt wil niet naar de ander luisteren, draait het hoofd nadrukkelijk naar links of rechts en toont zijn of haar handpalm. Het gebaar talk to the hand is onderdeel geworden van straattaal, straatcultuur en queer cultuur.

Over de eerstedagenvelop

In de postzegelhandel waren vroeger de enveloppen zonder zegels los te koop. Verzamelaars frankeerden ze en stuurden ze (in een omslag) naar de PTT, om ze daar op de dag van uitgifte af te laten stempelen. Na 1960 gingen steeds meer verzamelaars de enveloppen ‘blanco’ (zonder adres) verzamelen. Oudere eerstedagenveloppen zonder adres zijn schaars en een interessante investering. De NVPH ontwerpt jaarlijks zo’n twintig eerstedagenveloppen passend bij de postzegelserie; een geliefd verzamelobject voor themaverzamelaars.

Haarzuilens en het grootste kasteel van Nederland

Hazen en vleermuizen verzamelen zich op hun favoriete rammel- en hangplek

In hartje Nederland ligt natuurgebied Haarzuilens. Te midden van landgoed Haarzuilens ligt kroonjuweel Kasteel de Haar; Nederlandse grootste en meest luxueuze kasteel. De flora en fauna van dit Utrechts natuurgebied staan in de vierde serie postzegels van de reeks ‘Beleef de Natuur’, centraal. Met deze serie schenkt PostNL aandacht aan bijzondere natuurgebieden in Nederland. Speciaal voor deze serie ontwierp de Nederlandse Vereniging van Postzegelhandelaren (NVPH) een eerstedagenvelop. De postzegels en de eerstedagenvelop zijn vanaf 16 augustus 2021 verkrijgbaar.

“Door deze serie postzegels krijg ik een nog betere kijk op wat er allemaal bloeit, groeit, kruipt en vliegt op landgoed Haarzuilens. Alsof er een vergrootglas op is gezet. Dat maakt het gebied voor mij nog aantrekkelijker”, vertelt Martijn Bulterman, voorzitter van de NVPH. “Ik wandel hier regelmatig en kan erg genieten van de tuinen, het kasteel en dat natuurmonumenten het op een natuurlijke manier terugbrengt naar hoe het is geweest. Zo blijft de geschiedenis in leven.”

Loopbrug

Natuurmonumenten beheert de indrukwekkende landerijen rondom Kasteel de Haar in Haarzuilens. De loopbrug in het park naar het kasteel verraadt de bijzondere geschiedenis van het landgoed. Een kasteel midden in een natuurrijke omgeving met bijzondere flora en fauna. Natuurmonumenten brengt hier de oorspronkelijke landschappelijke kenmerken terug zoals kleine akkers met historische gewassen. Zo groeit en bloeit hier weer de tarwe, rogge, haver, vlas en luzerne.

Grootste kasteel

De oudste vermelding van het kasteel dateert van 1391. Het huidige Kasteel de Haar werd in 1892 op de ruïne van het oude kasteel gebouwd door baron Etienne van Zuylen van Nyevelt van de Haar en zijn vrouw Hélène de Rothschild. Bijna een eeuw lang kwam de welvarende baronale familie hier ieder jaar in september. Het kasteel is geen eigendom meer van de familie Van Zuylen maar sinds 2000 in beheer van de Vereniging Natuurmonumenten en open voor publiek. De familie houdt tot heden nog wel de traditie van jaarlijkse septemberbewoning in stand.

Verzamelaars

Een gezamenlijke inzet is nodig om de schoonheid van de natuur in Nederland in stand te houden. Deze 4e uitgifte in de serie ‘Beleef de Natuur’ besteedt aandacht aan Haarzuilens en de flora en fauna rondom Kasteel de Haar. Eerder verschenen een postzegelserie en eerstedagenvelop van de flora en fauna van Dwingelderveld en de Onlanden.

IJzersterke innovaties op een envelop

Tien baanbrekende innovaties als strip op de postzegel
In de postzegelserie ‘Innovatief Nederland’ toont illustrator Erwin Suvaal tien baanbrekende innovaties. Alle innovaties zijn ontwikkeld door wetenschappers van de TU Delft. De zomers gekleurde tekeningen laten met een knipoog de essentie en toepassing van de innovatie zien. Speciaal voor deze serie ontwierp de Nederlandse Vereniging van Postzegelhandelaren (NVPH) een eerstedagenvelop. De postzegels en de eerstedagenvelop zijn vanaf 16 augustus 2021 verkrijgbaar.

Martijn Bulterman, voorzitter NVPH: “In de grafische wereld is het ontwerp van postzegels zowat de heilige graal. Erwin Suvaal is de ontwerper van deze serie postzegels. Hij verstaat de kunst om toffe en complexe innovaties visueel aantrekkelijk en begrijpelijk te maken. Elke postzegel leest als een stripje. Bijzonder knap. Op onze eerstedagenvelop zie je één vloeiende lijn die de knappe koppen van de TU Delft en hun briljante ideeën aan elkaar verbindt. Die tekening hebben we ook doorgevoerd in de speciaal ontworpen eerstedagstempel.”

Stripfiguren
Op bijna alle illustraties komen een of meer stripfiguren voor die de voordelen van de innovatie demonstreren of er getuige van zijn. De meeste stripfiguren zijn mensen, maar ook meeuwen en een olifant spelen een rol. In elke illustratie is de naam van de innovatie in de tekening zelf opgenomen.

Octrooi
Nederland grossiert in innovatief vermogen en neemt internationaal een vooraanstaande positie in. In de Europese Unie behoort Nederland tot de top vijf, wereldwijd tot de top tien. De hoge score is te danken aan de intensieve publiek-private samenwerking tussen kennisinstellingen, overheden en bedrijfsleven. Veel vernieuwing komt voort uit wetenschappelijk onderzoek en onderwijs. De TU Delft is de grootste en oudste technische universiteit van ons land en speelt daarin een belangrijke rol. Dat is ook af te leiden uit het aantal octrooien; wereldwijd staat bij zo’n 2500 octrooien de naam van de TU Delft als aanvrager.

Over NVPH
De NVPH is de vakorganisatie voor de beroepspostzegelhandel in Nederland. De Nederlandse Vereniging van Postzegelhandelaren is in 1928 opgericht. Jaarlijks geeft de NVPH de postzegelcatalogus uit en ontwerpt ze, in samenwerking met PostNL, zo’n twintig verschillende eerstedagenveloppen. De NVPH heeft 117 leden.

De ‘Frauenkirche’ in München

De Frauenkirche (Onze-Lieve-Vrouwekerk) in de Duitse stad München is de grootste kerk van die stad en de kathedraal van het aartsbisdom München en Freising. De Frauenkirche gebouwd in de neogotische stijl werd tijdens de Tweede Wereldoorlog zo zwaar beschadigd en deels vernietigd dat in 1945 werd overwogen de ruïnes af te breken. In 1946 gelukte het kardinaal Michael Faulhaber om de ruïnes te redden en de restauratie van de kathedraal mogelijk te maken.

De kathedraal verving een oudere kerk uit de 12de eeuw, die vanwege de bevolkingsgroei te klein was geworden. Opdrachtgever tot de bouw was hertog Sigismund van Beieren. De bouw begon in 1468 en de kerk werd opgetrokken in de laatgotische stijl. Gebruik werd gemaakt van rode baksteen. De totale bouw duurde slechts twintig jaar en werd afgesloten met de oplevering van de twee torens in 1488. De kerk werd in 1494 officieel ingewijd. De oorspronkelijke plannen voor de torens, met spitsen zoals geplaatst op de Dom van Keulen, konden niet worden verwezenlijkt vanwege geldgebrek. De koepels die zich nu op de torens bevinden zouden zijn gebaseerd op de Rotskoepel in Jeruzalem. Ze werden in 1525 voltooid. De kerk is 109 meter lang, 40 meter breed en 99 meter hoog.

De kathedraal werd voor het eerst afgebeeld op een postzegel uitgegeven vanaf 1 september 1948 in de serie bouwwerken door de ‘Deutsche Post’ in het door de Amerikaanse en Britse geallieerden bezette deel van Duitsland. De afgebeelde postzegel van 15 Pfennig verscheen op 22 oktober 1948. Ontwerper Max Bittrof gebruikte waarschijnlijk een bestaande afbeelding van vóór de luchtbombardementen door de Britten en Amerikanen die plaatsvonden tussen september 1942 en april 1945. Op 30 april 1945 werd München door Amerikaanse legereenheden ingenomen. Toen lag de kerk grotendeels in puin, alleen de muren en de twee torens stonden nog overeind, met beschadigde koepels.

In 1946 werd begonnen met de wederopbouw van het kerkgebouw en de restauratie van de torens. Dit onder leiding van de bouwmeesters Theodor Brannekämper en Georg Berlinger. De wederopbouw was in 1953 zo ver gevorderd dat men de kerk weer kon inrichten met kerkmeubilair, altaars en kapellen. De inrichting bleef sober en slechts weinig kunstschatten zoals beelden en ramen werden teruggeplaatst. In en na 1960 werden eerder in grotten en mijngangen opgeborgen kunstwerken naar de kerk teruggebracht. Het grootste deel van de kunstschatten bleef echter tot in 1973 opgeslagen. Ondanks de terugkeer van de historische glas-in-loodramen die vanwege de oorlog waren verwijderd en enkele nieuw ontworpen ramen, bleef de inrichting van de kerk eenvoudig.

Een van de glas-in-loodramen dat opgeslagen was en weer teruggemonteerd in de kerk is hierboven te zien op de uitsnede van een prentkaart. Het glazen raam toont drie scènes uit het leven van Maria. Het is een belangrijk werk van Peter Hemmel von Andlau en is een van de kostbaarste in de Frauenkirche. Het werd in 1493 geschonken door het raadslid Wilhelm Scharfzandt voor de Rupertuskapel. Sinds 1955 is het raam geplaatst in de hoofdkapel van het koor. Het toont de geboorte van Christus. Het kind ligt op de mantel van zijn moeder.

Een kerstzegel met een deel van het motief in het raam, het kind op de mantel, werd uitgegeven op 16 november 1978. Ontwerper was Wilhelm August Fleckhaus, graficus en journalist. De oplage van het blokje bedroeg 10.356.000 exemplaren waarvan 430.000 stuks werden gebruikt om deze te plakken op zogenoemde eerstedag bladen, uitgegeven door de Bundespost.

Op dezelfde datum verscheen een eveneens door Fleckhaus ontworpen kerstzegel voor de stad Berlijn. Ook dit is een fragment uit een glas-in-loodraam dat zich in de Frauenkirche in München bevindt. Het stelt de Driekoningen voor de geschenken brengen voor het kind. De oplage van dit blokje was 5.909.000 stuks waarvan 406.000 zijn gebruikt voor het vervaardigen van eerstedag bladen van de Duitse Bundespost.

Een postzegel ter gelegenheid van het 500-jarige bestaan van de Frauenkirche in München werd uitgegeven op 14 april 1994. Kardinaal Friedrich Wetter die in 1994 de viering leidde van het jubileum, had daar vóór opdracht gegeven om alle ongeveer 400 kunstwerken die ooit in de kerk stonden en waren opgeslagen, terug te brengen naar de kerk en hun oorspronkelijke plaatsen.

Vanwege de gehaaste verwijdering van de kunstwerken, glas-in-loodramen en andere kunstwerken en de daarop volgende langdurige opslag, waren vele objecten beschadigd en moesten worden gerestaureerd. Omdat de orgels door de bombardementen en branden verloren waren gegaan, werden vier nieuwe orgels besteld bij de orgelwerkplaats van Georg Jann in Allkofen bij Regensburg, Neder-Beieren. Het na de oorlog geplaatste orgel dat in 1957 was gebouwd door Joseph Zeilhuber uit Altstädten, werd vervangen door het hoofdorgel van Jann. Het heeft 95 registers en 7.165 orgelpijpen en wordt bespeeld met vier manualen en pedaal.

Tijdens de bombardementen op München en de branden die daarop volgden bleef het enorme grafmonument van keizer Ludwig IV van Beieren vrijwel onbeschadigd. Het monument, afgebeeld op de prentkaart, staat opgesteld in het rechter zuidelijke deel van de kerk. Het werd in 1622 door beeldhouwer Hans Krumper vervaardigd voor de in 1347 overleden keizer.

Een bezienswaardigheid is de zogenoemde ‘Teufelstritt’, de voetstap van de duivel. Bij de ingang van de kerk bevindt zich in een van de vloertegels een voetafdruk met een staartje aan de hiel. Een legende vertelt dat de duivel hier heeft gestaan om het nieuwe kerkgebouw te bezichtigen en het gebouw belachelijk te maken, omdat het geen ramen bevatte. Vanuit deze plaats zijn de ramen in de kerk inderdaad niet te zien. De legende is te lezen in het in 2007 uitgegeven boek van Fritz Fenzl ‘Der Teufelstritt’.

In de enorme kathedraal is plaats voor bijna 20.000 mensen. München telde bij de bouw in de tweede helft van de vijftiende eeuw ongeveer 13.000 inwoners. Dus toen een kerk met toekomstvisie. De kerk is vrij sober ingericht in vergelijking met andere Duitse kerken. De fraaie glas-in-loodramen, zowel de oorspronkelijke als de moderne, zijn uniek. De op hout geschilderde afbeelding van Maria is waarschijnlijk de grootste ter wereld. In de crypte staan de tombes van aartsbisschoppen en van de Wittelsbachers, die eeuwenlang heersers waren over Beieren. Het mooiste graf is in zwart marmer van de Beierse graaf Kurfurst Maximilian I. Maar het meest opvallende zijn de twee torens met de bijzondere koepels. Prachtig te zien op de persoonlijke postzegel uit Oostenrijk. De torens overleefden 73 luchtaanvallen van de geallieerden. Ze zijn een baken in deze uit de ruïnes van de Tweede Wereldoorlog herrezen stad.

Van éénkleurige naar méér-kleurige kinderzegel-kinderen in 1955, 1956 & 1957

Van alle 15 kleurig geschilderde kinderportretten van de kinderzegels 1955, 1956 & 1957 zijn bij de start van het maanden durende ontwerpproces eerst zwart-wit foto’s gemaakt, die na bewerking tenslotte 15 verschillende eenkleurige kinderpostzegels opleveren.

Fotografische postzegels met typografische bovenlaag

De in twee voorgaande artikelen geponeerde stelling, dat met gefotografeerde afbeeldingen op postzegels het aanmerkelijk moeilijker is je ideaal visueel te verwerkelijken dan met typografische afbeeldingen. Bijgaande 15 gelaagde fotografische kinderzegels hebben in de bovenste laag een typografische bewerking ondergaan, waar-door ze tóch de ideale uitstraling bezitten.

1955

De in de kleurige achtergrond uitgespaarde witte typografie (letters en lijnen) is duidelijk herkenbaar aanwezig.

1956

De in de kleurige achtergrond uitgespaarde witte typografie (alleen maar letters) valt ook duidelijk in het oog.

1957

De wel/niet in de achtergrond uitgespaarde typografie is wisselend per postzegel levendig zichtbaar.

Ook voor u onbekende invalshoeken?

Behalve maximumkaart-verzamelaars hebben de meeste postzegelverzamelaars zich er nooit in verdiept, waaraan de vijftien kinderportretten van de kinderzegels 1955, 1956 en 1957 zijn ontleend. Daarmee hangt ook meteen samen dat men ook totaal geen idee heeft in welke kleuren deze kinderen op de schilderijen zijn uitgevoerd, bovendien heeft men er geen weet van of het geschilderde borstportretten zijn geweest, of dat het postzegelportret aan een meerkoppig schilderij.
Een andere, voor velen weinig bekende invalshoek is het feit dat deze portretten in de onlogische volgorde van 17e, 16e en 19e/20e -eeuwse portretten zijn geschilderd met de ongelijke stijlkenmerken uit de kunstgeschiedenis: de barok (17e eeuw), renaissance (16e eeuw) en de nieuwe tijd (modernisme). De volgorde van verschijning is onlogisch: in 1955 aandacht voor de 17e eeuw, in 1956 pas de 16e eeuw. Conclusie? Vooraf is in 1955 geen meerjarenplan ontwikkeld voor kinderzegelemissies.
De staande uitdrukking ‘onbekend – onbemind’ heeft voor zover ik kan beoordelen nooit voor deze 15 kinderzegels gegolden. Hopelijk veroorzaakt bovenstaande kennis dat deze kinderzegels nog meer bemind zullen worden.

Kinderegels 1955

2 cent: Portret van Willem van Loon, schilder Dirck Dicksz. Santvoort (1610 -1680)
5 cent: Onbekende jongensportret, schilder Jacob Adriaansz. Backer (1608 – 1651)
7 cent: Portret van Magdalena de Moucheron (ca 1551 – na 1600), schilder vermoedelijk Cornelis de Zeeuw
10 cent: Portret van Philips Huygens (1633 – 1657), schilder Adriaan Hanneman (1601 – 1671)
25 cent: Portret Christiaan Huygens ( 1629 – 1695), schilder Adriaan Hanneman (1601 – 1671)

NVPH 666 – Willem van Loon

Dirck Dircksz. van Santvoort, CC BY-SA 3.0 < via Wikimedia Commons

NVPH 667 – Jongensportret

Portret van een jongen -> Mauritshuis, Den Haag

De 2½ jarige Willem van Loon met rossig haar (in een ovaal gevat die ‘ondersteund’ wordt door zwierige lijnen) houdt een gouden hartvormig medaillon (met daaraan weer een kleiner hart) vast met het monogram WVL daarin gegraveerd. Willem is om het overlijden van een tante in zwarte rouwkleding gekleed.

NVPH 668 – Meisjesportret

De 12-jarige dochter Magdalena bespeelt en virginaal (klavecimbel), Een muziekinstrument is bij uitstek een statussymbool voor gegoede families. Aan de binnenkant van het muziekinstrument staat gedeeltelijk leesbaar ‘omnia dat Dominus non habet ergo minus’ (de heer geeft alles, daarom kom ik niets te kort).

Familie De Moucheron

De koopmansfamilie De Moucheron uit Frankrijk (Normandië) heeft in 1563 een groepsportret laten schilderen door Cornelis de Zeeuw (staat inmiddels nu te boek als Antwerpse School). Pierre de Moucheron en zijn vrouw Isabeau de Gerbier hadden negen zoons (links van de vader) en negen dochters (rechts van de moeder). Ze dra-gen dure kleding, de dochters hebben lange parelsnoeren on en dragen gouden en paarlenceintuurs. Boven ieders hoofd staat leeftijdscijfer. De tafel is rijkelijk gedekt met dure gerechten (pastei, gevogelte, olijven en fruit) opgediend in zilveren schalen.
Pierre was de eerste van een dynastie van kooplieden en reders. De familie was nauw betrokken bij de (oprichting van de) VOC.

NVPH 669 – Lodewijk Huygens

Op deze 10 cent kinderzegel is de naam Philips Huygens vermeld, terwijl het de 7-jarige Lodewijk Huygens had moeten zijn! Anderhalf jaar na de uitgifte komt men door een analyserende studie tot ontdekking dat er in 1914 bij de samenstelling van de Mauritshuis-catalogus een naamsverwisseling tussen Lodewijk en Philips heeft plaatsgevonden.

NVPH 670 – Christiaan Huygens

Familie Huygens

In het centrum staat het borstportret Constantijn Huygens senior (1596 – 1687) dichter & staatsman; boven dochter Suzanne (1637 – 1725) 3 jaar; Constantijn Huygens junior (1628 – 1697), roepnaam Tien, 11 jaar; Lodewijk Huygens (1631 – 1699), 6 of 7 jaar; Philips Huygens (1633 – 1657), roepnaam Flip & Christiaan Huygens (1629 – 1695) natuurkundige (slingeruurwerk, lichtbreking, Saturnus-ring).
Het viertal mollige, ingewikkeld gedraaide houdingen van putty’s met vruchten tussen de zes weelderig versierde, ovaalvormig ruimtelijke cartouches verbeeldt / symboliseert de vruchtbaarheid van het huwelijk van Constantijn en zijn vrouw Suzanne.
In het cartouche [onder] laat hij het ‘alleen-achter-blijven-met-de-kinderen’ duidelijk uitkomen in de Latijnse spreuk ‘Ecce heriditas Domini’(De erfenis mij door ‘s Heren gunst gebleven). Deze spreuk ‘illustreert’ een familietragedie. Huygens vrouw Suzanne van Baerle is op 10 mei 1637 enkele maanden na de geboorte van het jongste kind (dochter Suzanne) overleden! Enkele jaren na haar dood kon Constantijn er pas toe komen dit schilderij te laten schilderen in duistere academiekleuren van licht en donker grijsbruin met oker (wit voor kragen & kleding, zwart voor kleding, roze voor lippen en mutsversiering).

Deel 2

Volgende week deel 2 van: Van éénkleurige naar méér-kleurige kinderzegel-kinderen in 1955, 1956 & 1957.

De landhervorming in de Provincie Saksen in 1945

Na beëindiging van de Tweede Wereldoorlog op 8 mei 1945 namen de vier belangrijkste overwinnaars op 5 juni 1945 de regeringsmacht over. Duitsland werd in vier zones verdeeld. Nadat de Amerikaanse en Britse bezetters op 9 juni 1945 grote delen van Duitsland aan de Russische legers hadden overgedragen, werd het Oostelijke deel van Duitsland onder Sovjetbestuur geplaatst en de Sovjet Militaire Administratie in Duitsland, de SMAD, opgericht.

 

 

Het bestuur van de Sovjet Militaire Administratie zetelde in Berlijn-Karlshorst. Op 11 juni 1945 waren politieke partijen, onder toezicht van de SMAD, weer toegestaan, waaronder de Communistische Partij Duitsland, de KPD. Op 9 juli 1945 werden door de Sovjets vijf deelstaten opgericht. Het waren Mecklenburg-Vorpommern, Brandenburg, Thüringen, Sachsen-Anhalt en Provinz Sachsen. Regeringen in de deelstaten werden gevormd volgens het Sovjetmodel en plannen ontwikkeld om verregaande veranderingen door te voeren. Daartoe werden essentiële ondernemingen die eerst in eigendom waren van nazi kopstukken omgevormd tot staatsbedrijf maar tevens werd op aandringen van de Russen een landhervorming doorgevoerd.

Uitgestrekte landerijen en bosgebieden waren in bezit van nazi leiders en aanhangers van het nazi regiem. In een publicatie werd door de regering van de deelstaat Saksen verklaard dat ‘onteigening van de volledige activa van de nazi bonzen en oorlogsmisdadigers van het Derde Rijk’ ging plaatsvinden. Men herkende daarin de oproep van Stalin die hij had gedaan tijdens een bijeenkomst van de KPD in Moskou begin juni 1945.

Het wetsontwerp werd tijdens de Conferentie van Potsdam opgesteld onder auspiciën van het Sovjet-Volkscommissariaat voor Buitenlandse Zaken en werd goedgekeurd door Stalin. De landerijen moesten worden opgesplitst in eenheden van minimaal vijf en maximaal acht hectaren akker per nieuw te bouwen boerenbedrijf, afhankelijk van de kwaliteit en gesteldheid van de bodem.

Problemen ontstonden hoe de toewijzing van de percelen moest geschieden, omdat zich vele landarbeiders, kleine boeren, vluchtelingen en ontheemden zich hadden aangemeld voor het verkrijgen van een stuk landbouwgrond. Bestaande kleine boeren en landarbeiders kregen vanaf 20 augustus 1945 als eersten de gelegenheid om stukken landbouwgrond in eigendom te verkrijgen.

Om de landhervorming breed onder de aandacht van de Saksische bevolking te brengen werd besloten twee postzegels uit te geven. Deze twee postzegels, een van 6 Pfennig, het tarief voor een briefkaart, en een van 12 Pfennig, het tarief voor een brief tot 20 gram, werden ontworpen door Oberpostrat Dipl.-Ing. Gotthard Eduard Ernst Gebauer van de directie van het Postdistrict Halle. De postzegels werden in boekdruk vervaardigd in vellen van 50 stuks op diverse papiersoorten. Drukkerij was ‘Buchdrückerei Ewald Ebelt’ in Halle. De postzegels werden uitgegeven op 17 december 1945 en bleven ongetand, omdat de drukkerij niet beschikte over een perforeermachine.

De postkantoren te Lutherstadt Wittenberg en Schlieben lieten een aantal ongetande vellen door een particulier bedrijf van een tanding voorzien. Naast de verschillende papiersoorten zijn verschillen in drukkleuren te vinden. Van donker blauwgroen, blauwgroen tot geelgroen bij de 6 Pfennig en karmijnrood tot rozerood voor de 12 Pfennig.

Begin 1946 werd besloten om de twee postzegels opnieuw uit te geven. Daartoe werden de drukplaten opnieuw vervaardigd. Dit is duidelijk te zien aan de zonnestralen die lang niet zo opvallend zijn als bij de eerste druk. Ook de zon zelf en de wolken zijn duidelijker weergegeven. Maar het meest opvallende is dat de drukkerij, Giesecke & Devrient in Leipzig, geen gewoon postzegelpapier gebruikte maar zeer dun, glasachtig, doorschijnend papier, een soort calqueerpapier.

Als men de postzegels op de beeldzijde op een stuk wit papier legt is de doorzicht bijzonder goed waarneembaar. Zoals hierboven is afgebeeld. Overigens was het papier dat door de drukkerij werd gebruikt bestemd voor Griekse belastingzegels. Waarom dit papier niet voor dat doel in Griekenland is gebruikt, is mij niet bekend.

Het papier heeft een watermerk bestaande uit Griekse letters ‘phi’ Φ en ‘san’ Ϻ. Dit watermerk kan in vier verschillende standen in het papier voorkomen. De tekening van het watermerk, hier afgebeeld zoals deze is te zien op een liggende zegel, is afkomstig uit de ‘Michel Deutschland-Spezial 1988’ catalogus. In een aantal postzegelcatalogi, ook in de Michel, wordt de papiersoort als ‘sigarettenpapier’ aangeduid. Wie dat heeft verzonnen is mij onbekend maar ik kan me niet voorstellen dat met dit papier ooit sigaretten of vloeipapier voor het rollen van een sigaret zijn gemaakt. Ik zou het liever ‘pergamijn papier’ willen noemen, maar daar zal ook wel commentaar op komen. Wat ook niet duidelijk is, waarom dit papier is gebruikt. Had de drukkerij, Giesecke & Devrient in Leipzig, geen postzegelpapier meer en is dit via Russische ‘relaties’ geleverd? Was het papier dat wellicht door de Griekse regering in 1944 of 1945 in Rusland was besteld maar nog niet geleverd, na de oorlog door de Sovjets in beslag genomen? Wie weet het antwoord? En waar staan de watermerkletters ‘phi’ Φ en ‘san’ Ϻ voor? De oplage van de postzegels bedroeg 6.050.000 series ofwel 121.000 vellen pergamijn papier. De uitgiftedatum werd gesteld op 21 februari 1946. De zegels waren geldig voor de frankering tot en met 31 oktober 1946.