De landhervorming in de Provincie Saksen in 1945

Na beëindiging van de Tweede Wereldoorlog op 8 mei 1945 namen de vier belangrijkste overwinnaars op 5 juni 1945 de regeringsmacht over. Duitsland werd in vier zones verdeeld. Nadat de Amerikaanse en Britse bezetters op 9 juni 1945 grote delen van Duitsland aan de Russische legers hadden overgedragen, werd het Oostelijke deel van Duitsland onder Sovjetbestuur geplaatst en de Sovjet Militaire Administratie in Duitsland, de SMAD, opgericht.

 

 

Het bestuur van de Sovjet Militaire Administratie zetelde in Berlijn-Karlshorst. Op 11 juni 1945 waren politieke partijen, onder toezicht van de SMAD, weer toegestaan, waaronder de Communistische Partij Duitsland, de KPD. Op 9 juli 1945 werden door de Sovjets vijf deelstaten opgericht. Het waren Mecklenburg-Vorpommern, Brandenburg, Thüringen, Sachsen-Anhalt en Provinz Sachsen. Regeringen in de deelstaten werden gevormd volgens het Sovjetmodel en plannen ontwikkeld om verregaande veranderingen door te voeren. Daartoe werden essentiële ondernemingen die eerst in eigendom waren van nazi kopstukken omgevormd tot staatsbedrijf maar tevens werd op aandringen van de Russen een landhervorming doorgevoerd.

Uitgestrekte landerijen en bosgebieden waren in bezit van nazi leiders en aanhangers van het nazi regiem. In een publicatie werd door de regering van de deelstaat Saksen verklaard dat ‘onteigening van de volledige activa van de nazi bonzen en oorlogsmisdadigers van het Derde Rijk’ ging plaatsvinden. Men herkende daarin de oproep van Stalin die hij had gedaan tijdens een bijeenkomst van de KPD in Moskou begin juni 1945.

Het wetsontwerp werd tijdens de Conferentie van Potsdam opgesteld onder auspiciën van het Sovjet-Volkscommissariaat voor Buitenlandse Zaken en werd goedgekeurd door Stalin. De landerijen moesten worden opgesplitst in eenheden van minimaal vijf en maximaal acht hectaren akker per nieuw te bouwen boerenbedrijf, afhankelijk van de kwaliteit en gesteldheid van de bodem.

Problemen ontstonden hoe de toewijzing van de percelen moest geschieden, omdat zich vele landarbeiders, kleine boeren, vluchtelingen en ontheemden zich hadden aangemeld voor het verkrijgen van een stuk landbouwgrond. Bestaande kleine boeren en landarbeiders kregen vanaf 20 augustus 1945 als eersten de gelegenheid om stukken landbouwgrond in eigendom te verkrijgen.

Om de landhervorming breed onder de aandacht van de Saksische bevolking te brengen werd besloten twee postzegels uit te geven. Deze twee postzegels, een van 6 Pfennig, het tarief voor een briefkaart, en een van 12 Pfennig, het tarief voor een brief tot 20 gram, werden ontworpen door Oberpostrat Dipl.-Ing. Gotthard Eduard Ernst Gebauer van de directie van het Postdistrict Halle. De postzegels werden in boekdruk vervaardigd in vellen van 50 stuks op diverse papiersoorten. Drukkerij was ‘Buchdrückerei Ewald Ebelt’ in Halle. De postzegels werden uitgegeven op 17 december 1945 en bleven ongetand, omdat de drukkerij niet beschikte over een perforeermachine.

De postkantoren te Lutherstadt Wittenberg en Schlieben lieten een aantal ongetande vellen door een particulier bedrijf van een tanding voorzien. Naast de verschillende papiersoorten zijn verschillen in drukkleuren te vinden. Van donker blauwgroen, blauwgroen tot geelgroen bij de 6 Pfennig en karmijnrood tot rozerood voor de 12 Pfennig.

Begin 1946 werd besloten om de twee postzegels opnieuw uit te geven. Daartoe werden de drukplaten opnieuw vervaardigd. Dit is duidelijk te zien aan de zonnestralen die lang niet zo opvallend zijn als bij de eerste druk. Ook de zon zelf en de wolken zijn duidelijker weergegeven. Maar het meest opvallende is dat de drukkerij, Giesecke & Devrient in Leipzig, geen gewoon postzegelpapier gebruikte maar zeer dun, glasachtig, doorschijnend papier, een soort calqueerpapier.

Als men de postzegels op de beeldzijde op een stuk wit papier legt is de doorzicht bijzonder goed waarneembaar. Zoals hierboven is afgebeeld. Overigens was het papier dat door de drukkerij werd gebruikt bestemd voor Griekse belastingzegels. Waarom dit papier niet voor dat doel in Griekenland is gebruikt, is mij niet bekend.

Het papier heeft een watermerk bestaande uit Griekse letters ‘phi’ Φ en ‘san’ Ϻ. Dit watermerk kan in vier verschillende standen in het papier voorkomen. De tekening van het watermerk, hier afgebeeld zoals deze is te zien op een liggende zegel, is afkomstig uit de ‘Michel Deutschland-Spezial 1988’ catalogus. In een aantal postzegelcatalogi, ook in de Michel, wordt de papiersoort als ‘sigarettenpapier’ aangeduid. Wie dat heeft verzonnen is mij onbekend maar ik kan me niet voorstellen dat met dit papier ooit sigaretten of vloeipapier voor het rollen van een sigaret zijn gemaakt. Ik zou het liever ‘pergamijn papier’ willen noemen, maar daar zal ook wel commentaar op komen. Wat ook niet duidelijk is, waarom dit papier is gebruikt. Had de drukkerij, Giesecke & Devrient in Leipzig, geen postzegelpapier meer en is dit via Russische ‘relaties’ geleverd? Was het papier dat wellicht door de Griekse regering in 1944 of 1945 in Rusland was besteld maar nog niet geleverd, na de oorlog door de Sovjets in beslag genomen? Wie weet het antwoord? En waar staan de watermerkletters ‘phi’ Φ en ‘san’ Ϻ voor? De oplage van de postzegels bedroeg 6.050.000 series ofwel 121.000 vellen pergamijn papier. De uitgiftedatum werd gesteld op 21 februari 1946. De zegels waren geldig voor de frankering tot en met 31 oktober 1946.

Piramide van Noord-Holland pronkt op postzegel (FDC 819)

Stolpboerderij icoon van Hollands landschap vierkant verbeeld

‘s-Hertogenbosch, 21 december 2020 – In de serie Typisch Nederlands van PostNL wordt dit jaar aandacht besteed aan typisch Nederlandse woningtypes en gevels. De stolpboerderij is het eerste typisch Nederlandse woningtype in een serie van vijf postzegels. Bijzonder aan deze meest voorkomende boerderij van Noord-Holland was, dat zij onderdak bood aan het hele boerenbedrijf: mens, dier, werktuig en oogst. Speciaal voor deze postzegel ontwierp de Nederlandse Vereniging van Postzegelhandelaren (NVPH) een eerstedagenvelop. Zowel de postzegel als de eerstedagenvelop zijn vanaf 4 januari 2021 verkrijgbaar.

Martijn Bulterman, voorzitter van de NVPH: “Het ontwerp van de postzegel is van Edwin van Praet en is gebaseerd op een foto van de stolpboerderij Broedersbouw in Zuidoostbeemster. Op onze eerstedagenvelop hebben we een gerenoveerde stolpboerderij geplaatst met op de envelop een korte uitleg over deze typisch Nederlandse boerderijwoning. Waar de stolpboerderijen vroeger boerenwoningen waren, zijn veel stolpboerderijen nu verbouwd tot ruime en moderne gezinswoningen, zoals ook de Broedersbouw die model stond voor de postzegel; daar zijn in 2015 negen appartementen in gekomen.”

Deksel op de hut

Wie over het West Friese landschap uitkijkt ziet een niet aflatende rij stolpen aan de horizon. De stolpboerderij is een vierkante boerderij met een piramidevormig dak. Hieronder was plaats voor de hele boerenfamilie en haar vee, oogst en werktuigen. Het woord ‘stolp’ is waarschijnlijk afgeleid van het Middelnederlandse woord ‘stulpe’, wat deksel betekent en naar de dakvorm verwijst. Pas later werd het woord stulp geassocieerd met een arme of nederige woning. De eerste stolpboerderij is omstreeks 1550 gebouwd, er zijn nog zo’n 5500 stolpboerderijen in Nederland.

Noordelijke groep

De stolpboerderij maakt onderdeel uit van de Noordelijke Groep: boerderijen die te vinden zijn in Noord-Holland, Friesland, Groningen en de Waddeneilanden. Bij de Noord-Hollandse stolp zitten de deuren naar de stal aan de achterkant, bij de West-Friese stolp zitten die deuren aan de voorkant. Tot de noordelijke Groep behoort ook de zogenaamde kop-hals-rompboerderij die voornamelijk in Friesland en west- en noord- Groningen staan.

Typisch Nederlands

De postzegelserie Typisch Nederlands besteedt dit jaar aandacht aan woningtypes en gevels die kenmerkend zijn voor Nederland. In deze 1e uitgifte staat de stolpboerderij centraal.  De komende maanden verschijnen in de serie Typisch Nederlands nog postzegels over houten huizen (22 februari), grachtenpanden (22 maart), woonboten (6 april) en rijtjeshuizen (14 juni). 

Over NVPH
De NVPH is de vakorganisatie voor de beroepspostzegelhandel in Nederland. De Nederlandse Vereniging van Postzegelhandelaren is in 1928 opgericht. Jaarlijks geeft de NVPH de postzegelcatalogus uit en ontwerpt ze, in samenwerking met PostNL, zo’n twintig verschillende eerstedagenveloppen. De NVPH heeft 117 leden.

Drents heideschaap, kraanvogel en bijenwolf verwanten op nat heidegebied (FDC 818)

‘Beleef de Natuur’ Dwingelderveld zet vergrootglas op leven op keileemlaag

Den Haag, 21 december 2020. Voor het vierde jaar op rij brengt PostNL een serie postzegels uit ter ere van de Nederlandse natuur. In veertig postzegels wordt samen met Natuurmonumenten aandacht geschonken aan bijzondere natuurgebieden in Nederland. De eerste serie van tien postzegels zet een loep op de natuur op het Dwingelderveld, het stilste natuurgebied van Nederland. Speciaal voor deze serie ontwierp de Nederlandse Vereniging van Postzegelhandelaren (NVPH) een eerstedagenvelop. De postzegels en de eerstedagenvelop zijn vanaf 4 januari verkrijgbaar.

Martijn Bulterman, voorzitter van de NVPH: “Op de postzegels zijn verschillende, meer bijzondere, bewoners van het gebied afgebeeld: Drents heideschaap, zandhagedis, bijenwolf, grove den, ringslang, geelgors, hazelworm, kraanvogel, veenmos en ree. Op de eerstedagenvelop hebben we de schaapherder en zijn Drentse heideschapen afgebeeld; heel herkenbaar voor velen.”

Stilste gebied van Nederland

Het Nationaal Park Dwingelderveld is het grootste natte heidegebied van West-Europa. Dwingelderveld is geologisch bijzonder vanwege de keileemlaag die voorkomt dat (regen)water direct in de bodem wegzakt. Mede hierdoor zijn bijzondere omstandigheden ontstaan waardoor zeldzame flora en fauna zich hier vestigen. Doordat menselijk ingrijpen in dit gebied beperkt bleef is het voedselarme en vochtige karakter behouden. Op de uitgestrekte vochtige heide van het Dwingelderveld wisselen natte slenken en droge zandruggen elkaar af. Daardoor is er veel variatie in plantengroei en dierenleven. In de natste delen groeien dopheide, veenpluis en klokjesgentiaan, op de droge stukken staan struikheide en muizenoor. In september van dit jaar is het Dwingelderveld verkozen tot  ‘Stilste gebied van Nederland’. 

Op stront gebouwd

De schapenhouderij is ook van invloed geweest op het landschap. Sommige boerderijen liggen bijvoorbeeld hoger dan de omgeving omdat ze letterlijk op schapenstront zijn gebouwd. De Drentse natuur is vaak ongemoeid gelaten en dat blijkt achteraf een voordeel te zijn. Het gebied is authentieker, er heerst meer rust en het lijkt soms of de tijd heeft stilgestaan. 

Verzamelaars

Een gezamenlijke inzet is nodig om de schoonheid van de natuur in Nederland in stand te houden. Deze 1e uitgifte besteedt aandacht aan het heidelandschap van het Dwingelderveld in de provincie Drenthe. Later dit jaar volgen postzegels over het moeraslandschap bij de stad Groningen (22 februari, De Onlanden), het duingebied van de provincie Noord-Holland (14 juni, Duin en Kruidberg) en het park bij de stad van de provincie Utrecht (16 augustus, landgoed Haarzuilens). 

Over NVPH
De NVPH is de vakorganisatie voor de beroepspostzegelhandel in Nederland. De Nederlandse Vereniging van Postzegelhandelaren is in 1928 opgericht. Jaarlijks geeft de NVPH de postzegelcatalogus uit en ontwerpt ze, in samenwerking met PostNL, zo’n twintig verschillende eerstedagenveloppen. De NVPH heeft 117 leden.

Schaduwbeeld Garrix uitgelicht (FDC 815)

Eerstedagenvelop biedt podium aan Martijn Gerard Garritsen

Op de eerstvolgende postzegel van PostNL staat het silhouet van de Nederlandse Martin Garrix, een van ’s werelds meest succesvolle DJ’s. Het silhouet van Garrix is typerend voor dj’s omdat ze vaak donkere effen kleding dragen en voor een uitbundig uitgelichte zaal spelen. Voor de postzegel is gebruik gemaakt van een portretfoto gemaakt door Louis van Baar. Op de eerstedagenvelop staat Garrix op het podium bij een van zijn concerten. Zowel het postzegelvel met vijf postzegels als de eerstedagenvelop zijn vanaf 21 oktober verkrijgbaar.

Vader

De heer Garritsen senior was ooit directeur-eigenaar van Wiggers de Vries, een bekend postzegelveilinghuis in Amstelveen. Na ruim 40 jaar in de filatelie te hebben gewerkt, koos Garritsen ervoor zijn zoon te begeleiden. Garrix’ platenlabel STMPD RCRDS verwijst nog naar het voormalige bedrijf van vader. Er zijn in het verleden meerdere persoonlijke postzegels van Garrix uitgebracht. Dit is de eerste officiële postzegel. Met een achtergrond in de filatelie is deze uitgifte daarom extra bijzonder.

Top drie

Garrix begon op z’n elfde al te draaien en had op z’n zestiende al een platencontract in handen. Na vele nummer één hits staat de jonge Garrix in de top drie beste DJ van de wereld. Zijn grote voorbeeld en legende Tiësto staat op de eerste plaats, gevolgd door Armin van Buren. Nederland is topscorer in DJ’s. Momenteel zijn alle concerten wegens corona afgelast, enkele DJ’s treden nog wel online op.

Over de eerstedagenvelop

In de postzegelhandel waren vroeger de enveloppen zonder zegels los te koop. Verzamelaars frankeerden ze en stuurden ze (in een omslag) naar de PTT, om ze daar op de dag van uitgifte af te laten stempelen. Na 1960 gingen steeds meer verzamelaars de enveloppen ‘blanco’ (zonder adres) verzamelen. Oudere eerstedagenveloppen zonder adres zijn schaars en een interessante investering. De NVPH ontwerpt jaarlijks zo’n twintig eerstedagenveloppen passend bij de postzegelserie; een geliefd verzamelobject voor themaverzamelaars.

Over NVPH De NVPH is de vakorganisatie voor de beroepspostzegelhandel in Nederland. De Nederlandse Vereniging van Postzegelhandelaren is in 1928 opgericht. Jaarlijks geeft de NVPH de postzegelcatalogus uit en ontwerpt ze, in samenwerking met PostNL, zo’n twintig verschillende eerstedagenveloppen. De NVPH heeft 117 leden.

Vintage design model nieuwe postzegel (FDC 814)

Cijferzegel uit 1876 inspiratie postzegel en eerstedagenvelop Dag van de PostzegelHaarlem, 5 oktober2020. De jaarlijkse Dag van de Postzegel wordt sinds 1937 internationaal gevierd. In Nederland verschijnt sinds 2009 jaarlijks een speciale postzegel en ontwerpt de Nederlandse Vereniging van Postzegelhandelaren (NVPH) een speciale eerstedagenvelop. Een ontwerp uit 1876 staat dit jaar centraal in het nieuwe ontwerp van postzegel en envelop in zowel kleursamenstelling als lettertype. De Dag van de Postzegel wordt jaarlijks door filatelisten gevierd met ruilbeurzen, tentoonstellingen en bijzondere bijeenkomsten en de postzegelshow Postex, maar is dit jaar afgelast wegens corona. De postzegels en de eerstedagenvelop zijn vanaf 16 oktober verkrijgbaar.Martijn Bulterman, voorzitter van de NVPH: “Al jaren ontwerpen we ieder jaar voor zo’n vijftien verschillende postzegels en postzegelseries de eerstedagenvelop. Wij filatelisten zijn verzamelaars pur sang, en naast postzegels worden ook deze enveloppen gezien als waardevol verzamelobject. De illustratie op de speciale eerstedagenvelop komt qua kleur en stijl overeen met de postzegel.Zo wordt het een geheel en een plezier om naar te kijken én te bewaren!”Eerste keerTijdens de eerste zitting van de ‘Fédération Internationale de Philatélie'(F.I.P.) in Luxemburg in 1936werd besloten een internationale Dag van de Postzegel te organiseren. Een jaar later kwam de eerste postzegel ter viering van deze dag uit. De eerste Nederlandse zegel kwam in 1943 uit en vijftig jaar later in 1993 de volgende. Sinds 2009 wordt er jaarlijks voor deze dag een speciale postzegel en bijbehorende eerstedagenvelop ontworpen.Over de eerstedagenvelopIn de postzegelhandel waren vroeger de enveloppen zonder zegels los te koop. Verzamelaars frankeerden ze en stuurden ze (in een omslag) naar de PTT, om ze daar op de dag van uitgifte af te laten stempelen. Na 1960 gingen steeds meer verzamelaars de enveloppen ‘blanco’ (zonder adres) verzamelen. Oudere eerstedagenveloppen zonder adres zijn schaars en een interessante investering. De NVPH ontwerpt jaarlijks zo’n twintig eerstedagenveloppen passend bij de postzegelserie; een geliefd verzamelobject voor themaverzamelaars.Over NVPH De NVPHis de vakorganisatie voor de beroepspostzegelhandel in Nederland. De Nederlandse Vereniging van Postzegelhandelaren is in 1928 opgericht. Jaarlijks geeft de NVPH de postzegelcatalogus uit en ontwerpt ze, in samenwerking met PostNL, zo’n twintig verschillende eerstedagenveloppen. De NVPH heeft 117 leden.

Kinderpostzegels 2020 Nijntje (FDC 813)

Magisch meditatieve mandala’s (FDC 812)

Zes caleidoscopen in 2D raamwerk van een postzegel

Haarlem, 31 augustus 2020. De caleidoscoop is een cilinder bedekt met spiegels en een compartiment met kleurrijke voorwerpen. Met het draaien van de koker ziet de kijker via een kijkopening een ‘taartvorm’ die bij elke beweging verandert. Zo’n afbeelding heet ook een mandala. PostNL heeft zes postzegels ontworpen met 2-dimensionale caleidoscopen. De Nederlandse Vereniging van Postzegelhandelaren (NVPH) ontwierp speciaal voor deze zes hypnotiserende afbeeldingen een eerstedagenvelop. De postzegels en de eerstedagenvelop zijn vanaf 14 september verkrijgbaar.

Evenwicht

Het postzegelvel Caleidoscoop is volledig gevuld met kleurrijke symmetrische patronen zoals die ook te zien zijn door een caleidoscoop. Een kleurrijk lijnenpatroon is aan de linkerkant van de eerstedagenvelop gezet waarmee symmetrie in kleur met de postzegels ontstaat. Symmetrie speelt een belangrijke rol in de natuur. We vinden haar terug in de rangschikking van bloemblaadjes en bijvoorbeeld ook in de wijze waarop elementaire deeltjes, zoals kristallen, zijn geordend. Het is daarom vast geen toeval dat mensen symmetrische vormen aantrekkelijk vinden; het brengt ons in evenwicht.

Mooie vorm om naar te kijken

Het woord caleidoscoop is een samenvoeging van Griekse woorden met de betekenis: ‘Mooie vorm om naar te kijken’. De caleidoscoop is in 1817 door Sir David Brewster (1781-1868) uitgevonden. Whizzkid Brewster was tien jaar toen hij zijn eerste telescoop bouwde; op zijn twaalfde vertrok hij naar de universiteit. De caleidoscoop was in eerste instantie bedoeld als wetenschappelijk instrument voor onderzoek naar de breking van licht met behulp van spiegelsymmetrie. Brewster kwam later pas met het idee om het als speelgoed op de markt te brengen. Een caleidoscoop wordt gemaakt met twee of meer spiegels. Door de spiegels onder een hoek van 60 graden te zetten, ontstaat een soort taartvorm met een even aantal ‘taartpunten’ als beeld. In een koker worden aan de ene doorschijnende zijde gekleurde voorwerpen geplaatst en via een kijkopening aan het andere uiteinde van de buis kan de kijker talloze symmetrische samenstellingen zien.

Over de eerstedagenvelop

In de postzegelhandel waren vroeger de enveloppen zonder zegels los te koop. Verzamelaars frankeerden ze en stuurden ze (in een omslag) naar de PTT, om ze daar op de dag van uitgifte af te laten stempelen. Na 1960 gingen steeds meer verzamelaars de enveloppen ‘blanco’ (zonder adres) verzamelen. Oudere eerstedagenveloppen zonder adres zijn schaars en een interessante investering. Sinds [jaartal] ontwerpt de NVPH jaarlijks zo’n twintig eerstedagenveloppen passend bij de postzegelserie. Ze zijn een geliefd verzamelobject voor themaverzamelaars en verzamelaars van specifieke postzegelontwerpers en zijn ook los verkrijgbaar.

Gevleugelde woudbewoners bezegeld (FDC 811)

Zwartkoppigen, rood gekuifden, keverprikkers en miereneters op portret

Haarlem, 31 augustus 2020. In de laatste reeks van ‘Beleef de Natuur’ portretteert PostNL tien bos- en heidevogels. Bijna alle geportretteerde vogels staan op de Rode Lijst van broedvogels. Bosvogels gaat het gemiddeld beter af dan vele andere vogelsoorten, echter 87 vogelsoorten (44%) die in ons land broeden staan op de Rode Lijst. Met de uitgave van vier series van tien postzegels geeft PostNL, in samenwerking met Vogelbescherming Nederland, dit jaar aandacht aan enkele bedreigde vogelsoorten. De Nederlandse Vereniging van Postzegelhandelaren (NVPH) ontwierp speciaal voor deze tien postzegels met bos- en heidevogels een eerstedagenvelop. De postzegels en de eerstedagenvelop zijn vanaf 14 september beschikbaar.

Martijn Bulterman, voorzitter van de NVPH: “Op de envelop hebben we een voedende bonte specht geplaatst. De grote bonte specht maakt een opmars in Nederland en is steeds vaker te vinden in bewoonde gebieden. De vogel maakt op iedereen indruk omdat ie er zo ‘exotisch’ uitziet met die rode kop. Deze serie postzegels laat vooral ook zien dat bos- en heidevogels perfect gecamoufleerd zijn. Met af en toe een rood detail – voor ons goed zichtbaar maar voor andere diersoorten niet. Die zien rood en oranje niet.“

Beschikbare oude bomen

De oudere bossen blijken gezonde oorden voor vele diersoorten. De laatste decennia is het aantal dier- en vogelsoorten spectaculair toegenomen. Oude bomen komen beschikbaar en lenen zich uitstekend voor broedparen. Meer ecologisch bosbeheer draagt eraan bij dat soorten zich uitbreiden, maar ook de uitbreiding van recreatiebossen en grienden langs de rivieren zijn geliefde broedplaatsen.

Standplaats Nederland

Er zijn maar weinig vogels die in het woud wonen, waarvan de naam begint met bos. Het zijn er vier om precies te zijn: bosuil, bosruiter, bosrietzanger en boszanger. De bosruiter komt niet meer voor in Nederland, het resterend drietal staat niet op de Rode Lijst, al staat de boszanger op de nominatie. Voor veel bosvogels zijn oude bomen een perfecte nestplaats; vroegtijdige kap van oudere bomen is daarom in veel gebieden een punt van zorg. Vooral standvogels profiteren van de uitbreiding van bossoorten. Zowel in heide- als in bosgebieden.

Verzamelaars

Een gezamenlijke inzet is nodig om de schoonheid van de natuur in Nederland in stand te houden. Met deze derde serie postzegels brengt PostNL een ode aan de verscheidenheid van de natuur in Nederland. Die is veel groter en belangrijker dan wordt gedacht. Deze serie van tien bos- en heidevogels is het vierde vel uit de serie ‘Beleef de Natuur’ 2020. De bos- en heidevogels zijn de laatste vogels in deze ‘postzegel-ode’. Eerder dit jaar verschenen in deze serie Roofvogels en Uilen (januari), Boerenlandvogels (februari) en Kustvogels (juni).

Inzoomen op fietsfragmenten (FDC 810)

Profielfoto’s van fietsonderdelen in postzegelframe

Nederland heeft meer fietsen dan auto’s. Met 19 miljoen (bruikbare) fietsen tegenover 8,5 miljoen auto’s is Nederland wereldwijd fietskoploper. Zo’n 3.8 miljoen ongebruikte fietsen staan in de schuur als ‘reservefiets’ of voor fietsonderdelen. PostNL brengt op 17 augustus zes postzegels uit met profielfoto’s van fietsonderdelen. De zes onderdelen zijn een reflector, een fietsframe, een handvat, een fietsbel, een binnen- en een buitenband. De Nederlandse Vereniging van Postzegelhandelaren (NVPH) ontwierp speciaal voor deze zes fietspostzegels met een eerstedagenvelop met een pedaal erop. De postzegels en de eerstedagenvelop zijn vanaf 17 augustus te verkrijgen.

Loopfiets als vertrekpunt

Een vulkaanuitbarsting in 1816 veroorzaakte ‘het jaar zonder zomer’. Wereldwijd mislukte oogsten en er ontstonden transportproblemen omdat last- en trekdieren geen voedsel hadden. Uitvinder Karl Drais bedacht een dieronafhankelijk vervoermiddel: de draisine, ofwel loopfiets. Het duurde nog vijftig jaar voordat de draisine tot fiets evolueerde. Met behulp van een Franse mecanicien werd de voorloper draisine tot fiets getransformeerd. Van de fiets zijn andere vervoermiddelen afgeleid, zoals de riksja en enkele gemotoriseerde varianten zoals de bromfiets, snorfiets, scooter en motorfiets.

Jong geleerd

Vandaag de dag wordt de loopfiets geadviseerd aan kinderen (vanaf 2 jaar) om de beginselen van het fietsen onder de knie te krijgen; acht op de negen kinderen heeft een fiets. Met een loopfiets leert het kind balanceren; cruciaal voor elke fietser. 84% van de Nederlandse bevolking heeft één of meer fietsen in de schuur staan en een derde van alle huishoudens heeft een ongebruikte fiets in de schuur staan. Gemiddeld rijdt de Nederlander 2½ kilometer per dag op de fiets, dat is zo’n 900 kilometer per jaar. In totaal gaan er jaarlijks circa 15 miljard kilometers onder de wielen van deze tweewielers door.

Over de eerstedagenvelop

In de postzegelhandel waren vroeger de enveloppen zonder zegels los te koop. Verzamelaars frankeerden ze en stuurden ze (in een omslag) naar de PTT, om ze daar op de dag van uitgifte af te laten stempelen. Na 1960 gingen steeds meer verzamelaars de enveloppen ‘blanco’ (zonder adres) verzamelen. Oudere eerstedagenveloppen zonder adres zijn schaars en een interessante investering. Sinds 1950 ontwerpt de NVPH jaarlijks zo’n twintig eerstedagenveloppen passend bij de postzegelserie. Ze zijn een geliefd verzamelobject voor themaverzamelaars en verzamelaars van specifieke postzegelontwerpers en zijn ook los verkrijgbaar.

Over NVPH

De NVPH is de vakorganisatie voor de beroepspostzegelhandel in Nederland. De Nederlandse Vereniging van Postzegelhandelaren is in 1928 opgericht. Jaarlijks geeft de NVPH de postzegelcatalogus uit en ontwerpt ze, in samenwerking met PostNL, zo’n twintig verschillende eerstedagenveloppen. De NVPH heeft 117 leden.

Rondje ballen met mosterd voor op de envelop (FDC 808)

Bitterbal wereldberoemd in Nederland, België, Indonesië en Suriname

Haarlem, 2 juni 2020 – De bitterbal is wereldberoemd in Nederland en de nauw aan Nederland verbonden landen. Deze kleine ronde vleeskroket is de meest geserveerde snack op het terras, in de kroeg, thuis of in de kantine. Sinds april dit jaar staat de bitterbal op de lijst van immaterieel erfgoed van Nederland. PostNL eert dit jaar vijf typisch Nederlandse etenswaren en gerechten door vijf verschillende postzegels uit te brengen. De hekkensluiter van de serie is de bitterbal. De Nederlandse Vereniging van Postzegelhandelaren ontwierp speciaal hiervoor een eerstedagenvelop. De postzegels en de eerstedagenvelop zijn vanaf 15 juni beschikbaar.

De kleine ronde vleeskroket wordt veelal geserveerd samen met een borrel. Een bittertje was dat ooit – vandaar de naam ‘bitterbal’. Bitter is de bal zeker niet, maar wel is het een van de meest populaire snacks van Nederland. Tegenwoordig worden bitterballen in alle varianten gemaakt en verorberd. Eigenlijk is alles lekker in een bitterbal; groente, vis, vlees. Eerdere onderwerpen uit deze serie zijn de rookworst, hagelslag, de wortel en tompouce.

Immaterieel erfgoed

De bitterbal is een afgeleide van de Franse vleeskroket, op zijn beurt een afgeleide van de risolles. In die vorm bestaat het gerecht al sinds de Romeinse tijd. Het recept van de Franse croquet werd door de kok van Lodewijk XIV in 1691 opgetekend in het boek Le cuisinier royal et bourgeois. Naar verluid werden de overblijfselen van de vleesmaaltijd, in de vorm van een ei en gepaneerd, opgediend als bijgerecht. De bitterbal is in deze soort het kleinste gepaneerde vleesragoutballetje. De Tilburgse Bitterballenkoningin Ilona de Wit heeft begin dit jaar een succesvolle aanvraag gedaan om de bitterbal op de lijst van immaterieel erfgoed van Nederland te krijgen.

Krokettenmotie

Het belang van de kroket en de bitterbal wordt in 1993 duidelijk. Jan Peter Balkenende diende een motie in waarin hij pleitte voor een bepaling dat de gemeenteraadsleden recht hebben op een kroket als de raadsvergadering tot na 23.00 uur duurde. Deze motie is aangenomen en is nog steeds van kracht. In de motie is bepaald dat een kroket of gelijkwaardige (vegetarische) snack wordt geserveerd als de vergadering tot na 22.00 uur duurt. In Nederland worden 300 miljoen kroketten per jaar geconsumeerd en minstens evenveel bitterballen. Dat zijn er zo’n 25 per persoon per jaar.

Typisch Nederlands

PostNL besteedt met de postzegelserie Typisch Nederlands dit jaar aandacht aan etenswaren en gerechten die kenmerkend voor ons land zijn. Op deze 5e postzegel staat de bitterbal centraal. Na de rookworst, hagelslag, de wortel en de tompouce, is het nu de beurt aan de bitterbal; hekkensluiter van de serie Typisch Nederlands. Op de eerstedagenvelop heeft de NVPH de mosterd en vlaggetjes erbij betrokken. En voor de liefhebber de receptuur op de envelop gezet.